THIJS ROMER ziet af van hoger beroep: gaat maand de cel in

0

(Beeld: CP)

Thijs Römer (45) gaat toch niet in hoger beroep tegen de straf die hij vorig jaar kreeg opgelegd nadat hij werd veroordeeld voor het online misbruiken van drie minderjarige meisjes. Römer kreeg afgelopen augustus een celstraf van drie maanden (waarvan twee voorwaardelijk) opgelegd, evenals de maximale taakstraf van 240 uur. Dat betekent dat hij een maand de gevangenis in gaat.


“Ik realiseer me dat de gebeurtenissen grote impact hebben gehad op de slachtoffers en dat hier maar één persoon verantwoordelijk is: ikzelf’, begint hij zijn verklaring. ‘Dit inzicht heb ik niet goed kenbaar kunnen maken tijdens de zitting afgelopen zomer. De oprechtheid en de waarde van dit besef kan ik nu alleen ‘bewijzen’ door de rechtbankstraf te aanvaarden en dus niet door te gaan met het door mij ingestelde hoger beroep. Hiermee hoop ik rust te brengen in het leven van alle betrokkenen.”

De drie slachtoffers van Römer zijn opgelucht. “We hadden het niet zien aankomen. De meiden zijn alle drie opgelucht en blij dat het nu klaar is en dat er niet opnieuw een proces komt waarin dingen over mijn cliënten worden gezegd”, aldus hun advocaat Maartje Schaap. “Voor hen is nu eindelijk de tijd aangebroken om dingen te gaan verwerken.”


Römer kreeg afgelopen augustus een celstraf van drie maanden (waarvan twee voorwaardelijk) opgelegd, evenals de maximale taakstraf van 240 uur. De rechter achtte hem schuldig tussen 2015 en 2017 aan het verleiden van drie minderjarige meisjes. Hij liet hen ontuchtige handelingen bij zichzelf plegen en naaktfoto’s sturen, aldus de rechter.

Romer leek tijdens de zitting weinig schuldbewust en zei dat hij de meisjes alleen seksuele voorlichting wilde geven. “Je kan toch gewoon een gesprek over masturberen hebben?. Zo van: hier is de clitoris, daar de vingers. Dat. Zwaarder is het niet.”

De acteur ging in hoger beroep tegen zijn straf, omdat hij zich te weinig herkende ‘in het beeld dat uit het vonnis naar voren kwam’. “Ik heb destijds in het onlinecontact fouten gemaakt. Dat realiseer ik mij terdege. Ik vind het verschrikkelijk dat zij hieronder hebben geleden en dat spijt me heel erg. Het hoger beroep is niet bedoeld om afbreuk te doen aan dat leed. Ik had me graag willen neerleggen bij de uitspraak van de rechter, maar daarvoor herken ik mij te weinig in het beeld wat uit het vonnis naar voren komt.”