Wat ze allemaal niet wil vertellen: Het mysterie Sifan Hassan

0

Nog geen acht jaar geleden kreeg de in Ethiopië geboren Sifan Hassan haar Nederlands paspoort met daarin de geboortedatum 1 januari 1993 omdat de echte dag dat zij het levenslicht zag onbekend is. Het is maar een van de mysteries die Hassan, die op de Olympische spelen goud won op de 5 en 10 kilometer en het brons op de 1500 meter, met zich meedraagt. Waarom ze op 15de uit Ethiopië is vertrokken heeft ze nooit willen vertellend. Wie haar naar Nederland stuurde en hoe ze hier is beland houdt Sifan ook voor zichzelf. Ze zegt slechts: “Het klopt dat ik pijn en verdriet heb gehad.”

Ze verbijsterde de wereld met goud op de 10.000, goud in de 5.000 en brons in de 1500 meter op de Olympische Spelen in Japan. De geboren Ethiopische deed daarmee voor Nederland wat geen enkele hardloper ter wereld eerder deed. Het is dan dertien jaar nadat ze 2008 als asielzoeker zich in ons land op Schiphol meldde.


Waarom ze uit Ethiopië is vertrokken houdt ze voor zichzelf. Dat kan ze niet vertellen, zegt ze als er in interviews naar haar vlucht uit haar geboorteland gevraagd wordt. Over hoe ze uit Ethiopië ontsnapte bestaan desondanks twee versies: ze werd door haar moeder op het vliegtuig naar Amsterdam gezet, of Sifan is op haar 15de in haar eentje naar Turkije gereisd en vanuit daar naar Nederland gevlogen.
Het leven dat zij leidde voor die vlucht uit haar geboorteland laat zich iets makkelijker reconstrueren.

Sifan wordt geboren in Nazreth zuidoostelijk van hoofdstad Addis Abeba. Ze wordt opgevoed op tussen de paarden, kippen en koeien op de boerderij van haar moeder, in een klein dorpje niet ver van Nazareth, in het hart van Ethiopië. Van armoede is geen sprake. Haar vader woont ergens anders. Nu heeft ze weer contact met hem, maar zegt hem als kind nooit echt gemist te hebben. Als kind is ze veel buiten te vinden. Naar haar school, drie kilometer van haar huis, rent ze. Vooral ook omdat ze bijna altijd te laat van huis gaat.

Op school is ze populair en fanatiek in alle sporten die ze beoefent. Als ze tien is, wordt er op school een hardloopwedstrijd georganiseerd. Ze wil aanvankelijk niet meedoen, maar een vriendinnetje haalt haar over. Daarover vertelt ze op de site van Jeugdfonds Sport en Cultuur waarvan ze ambassadeur is. Sifan: “Als kind droeg ik broeken. Ik was zo dun, als ik een jurk aan had, zag ik er bij wijze van spreken uit als een plank! Op een dag, we waren zes, zeven jaar oud, vroeg mijn vriendin of ze mijn broek mocht lenen. Ze wilde meedoen aan een hardloopwedstrijd op school. Dat mocht ze natuurlijk, want dat betekende dat ik haar prachtige jurk kon aantrekken, de jurk waar ik altijd zo jaloers op was. In de bosjes wisselden van kleding en zij liep haar wedstrijden. Daarna zei ze: nu moet jij ook lopen! Ze bleef maar pushen, en ook al had ik eigenlijk geen zin, uiteindelijk heb ik toch meegedaan. Dus ik trok mijn eigen broek weer aan en liep de 100 meter, de 200, de 300, tot en met de 800 meter. Op alle afstanden eindigde ik als een van de laatsten. Behalve op de 800 meter, daar werd ik tweede. Ja, toen was ik blijkbaar al iemand van de middellange afstanden.” Ze speelt in haar geboortedorp en op school dan ook liever met jongens dan met meisjes, omdat die langer door kunnen.

Op haar 13de verhuist ze, ze voelt zich niet meer veilig in Nazreth, naar haar oma in Addis Abeba. Twee jaar later vlucht ze dan naar Nederland. Ze is vijftien. “Het was gevaarlijk in Addis, dat herinner ik me nog. Als ik daar was gebleven, had ik het moeilijk gekregen. Ik ben te eigenwijs, ik vind dat ik de baas ben over mezelf. Veel mensen zijn er doodgegaan omdat ze vrijheid wilden. Ik weet niet of het ooit nog veilig zal zijn in Afrika,” vertrouwt ze de Vlaamse krant De Standaard toe.

Jessy Stevens uit Schoonebeek, de eerste mentor van de minderjarige vluchteling Sifan Hassan uit Ethiopië, ziet haar in 2008 nog binnenkomen in de opvang voor minderjarige asielzoekers van de Jade Zorggroep in Schipborg vertelt ze in het Dagblad van het Noorden. “De politie bracht Sifan ‘s avonds van Schiphol naar ons opvanghuis, een huurwoning voor jonge, gevluchte meisjes. Ze had een plastic tasje met een paar persoonlijke bezittingen bij zich en een bakje chocoladekoekjes van een euro. Ze was doodop.”

Sifan Hassan met haar twee medailles, veroverd op de WK indoor van 2018, Birmingham.

Voor Sifan zelf zijn het niet de meest prettige jaren die volgen: “Op mijn vijftiende kwam ik naar Nederland, en werd ik opgevangen in Assen. Daar voelde ik me opgesloten. Ik kon er voor mijn gevoel niks doen, ik was ook nog te jong om te werken. Oh, ik was er zo ongelukkig. Al die energie die ik normaal buiten kwijt kon, bleef nu in mijn lijf zitten. Daardoor kon ik nauwelijks slapen, was ik de hele tijd gespannen. Dus heb ik op een bepaald moment gezegd: ik ga sporten, anders word ik gek. De sporten die ik bedacht om te beoefenen, waren allemaal duur. Het enige dat eigenlijk gratis was, was hardlopen. Toen ik via via naar Leeuwarden ging, heb ik me daar aangesloten bij atletiekclub Lionitas. Ze zeiden dat ik een talent was, ze gaven me zelfs schoenen om te lopen.”

“Pas toen ik later naar Eindhoven verhuisde, omdat daar een grote Ethiopische gemeenschap is, ging mijn ontwikkeling als hardloopster echt van start. Ik studeerde zorg aan het ROC en werd getraind door een Ethiopische oud-atleet: Aiduna Aitnafa. Hij maakte me enthousiast, liet beelden zien van grote lopers als Haile Gebrselassi en Ellen van Langen. Hij zorgde dat ik van Nike een tas vol nieuwe schoenen kreeg. Dat was voor mij echt iets ongelooflijks, ik had nog nooit zoiets waardevols gekregen. Aiduna liet me geloven dat ik het kon, dat ik het in me had om een goede loopster te worden. Hij veranderde mijn mentaliteit, zorgde dat ik ambitie kreeg.”

In november 2013 is het zover. In het stadhuis van Arnhem wordt vrijdagochtend 22 november 2013 het Nederlandse paspoort uitgereikt aan Sifan Hassan dan al wereldtopper op de midden- en lange afstand. Wethouder Sport Gerrie Alfrink overhandigt de atlete na haar eed ‘Dat Beloof Ik’ het paspoort. Sifan is dolblij. Ze wilde niets liever dan officieel voor haar nieuwe land lopen. Maar haar geboorteland Ethiopië blijft in haar hart. Sinds een eerste spannend bezoek in 2014, negen jaar nadat ze vluchtte, en met haar Nederlands paspoort op zak, keert ze er jaarlijks terug voor hoogtetraining in het kamp van topatleet Kenenisa Bekele in Sululta, een stadje op 2.500 meter hoogte. Dan bezoekt ze ook haar ouders met wie ze na vele jaren Nederland eindelijk weer contact heeft. “Dat is fantastisch,” zegt ze.

Bondscoach Honoré Hoedt verhaalt tijdens de bijeenkomst in het gemeentehuis over de ambitieuze plannen van Sifan voor de Olympische Spelen in Rio de Janeiro van 2016. Haar doel is twee keer goud, op de 1500 en 5000 meter. Op de 1500 meter reikt ze tot de finale, maar moet daar genoegen nemen met een vijfde plaats. Goed voor een olympisch diploma. Ze neemt ook deel aan de 800 meter, maar komt niet verder dan de series.

Vijf jaar later gaat haar droom meer dan in vervulling met goud op 5 en 10 kilometer en brons op de 1500 meter op de Olympische Spelen in Japen. Als ze hoort dat ze tijdens de sluitingsceremonie van de Olympisch Spelen de Nederlandse vlag mag dragen vindt ze dat een geweldige eer.