Vijftien jaar lang geniet een miljoenenpubliek van De Wereld Draait Door. Maar wat de kijker niet ziet, is dat achter de schermen een angstcultuur heerst. Iedereen is bang voor presentator Matthijs van Nieuwkerk. En niet ten onrechte, want wie de toorn van de baas over zich afroept moet, letterlijk, op zijn knieën om vergiffenis vragen.
Vragend kijkt presentator Matthijs van Nieuwkerk om zich heen. Het is 21 november 2019, iets voor achten, als tijdens de uitzending van De Wereld Draait Door onverwachts zijn eigen stem uit de luidsprekers galmt. Aan tafel zitten journalist Ruben Terlou, tafeldame Femke van der Laan, presentator Menno Bentveld en twee vogelexperts. Ze praten over de verkiezing van de vogel van het jaar.
Door een technische fout was een flard van de repetitie te horen. ‘Ik heb geen enkel idee wat hier gebeurde’, zegt Van Nieuwkerk snel. ‘Was ik de enige die het hoorde?’
De vogelexpert maakt er een grap over. ‘Geheime opnamen!’, roept ze. Alle gasten lachen. (Het incident wordt later uit de online-versie van de uitzending geknipt.)
Even lijkt er niets aan de hand.
Maar direct na de uitzending beent Van Nieuwkerk met grote passen de trap op naar de ruimte boven de studio. Daar wachten redacteuren, gastvrouwen, de regisseur, de eindredacteur. Zeven getuigen verklaren tegenover de Volkskrant wat er dan gebeurt.
‘Wíé is hier verantwoordelijk voor?’, schreeuwt Van Nieuwkerk.
Even later staat hij tegenover een geluidsman. Hun hoofden zijn dicht bij elkaar. ‘Wat stá je daar nou man?’, schreeuwt Van Nieuwkerk.
Dan begint hij te razen. Zijn woede is zo extreem dat velen het zich drie jaar na dato nog herinneren. ‘Het was’, zegt een redacteur, ‘alsof de duivel in hem kroop.’ Medewerkers gooien snel de deuren dicht: niemand mag dit zien of horen.
De geluidsman probeert wat terug te zeggen, maar hij komt niet boven de presentator uit. ‘Het is meneer Van Nieuwkerk voor jou’, horen aanwezigen hem schreeuwen.
‘Jij!’, schreeuwt de presentator volgens meerdere getuigen. ‘Jij had hier op je knieën moeten zitten, en moeten zeggen: sorry.’
Onthutst kijken mensen naar wat hier gebeurt.
‘Zeg sórry meneer Van Nieuwkerk’, roept de presentator. Om hen heen is het doodstil.
En dan doet de man wat hij zegt. ‘Sorry meneer Van Nieuwkerk’, brengt hij uit.
Zijn woorden gaan bij sommigen door merg en been. ‘Als ik hier aan terugdenk, krijg ik nog steeds kippevel’, zegt een redacteur. ‘Ik schaamde me kapot.’ ‘We waren allemaal in shock. Dit ging over alle grenzen heen’, zegt een ander, ‘het ging zó ver dat ik heb besloten dat ik nooit meer met Matthijs wil werken.’
Sommige getuigen voelen zich schuldig. ‘Ik heb hier naderhand lang over nagedacht’, zegt een van hen. ‘Niemand deed iets. Waarom deed ik niets?’