Wie op 6 mei 2002 de trekker van de Star Firestar M43 zes keer overhaalde is bekend: het was milieuactivist Volkert van der Graaf. Maar van wie had Volkert het wapen gegeven of verkocht? Een meer dan twee decennia geheim gebleven politierapport werpt niet alleen nieuw licht op de zaak, maar vertelt ook dat de moord op Fortuyn naast Volkert ook een tweede verdachte is opgepakt. Het is Paul Molhoek, de man waarvan politie en justitie maandenlang denkt dat die het moordwapen aan Van der Graaf heeft geleverd. Het betreffende politierapport is topgeheim. De inhoud mag absoluut niet op straat belanden. Het rapport is zelfs niet op te vragen via de Wet open overheid. Desondanks krijgt Eric Arends, onderzoeksjournalist van VPRO’s Argos de topgeheime stukken toegespeeld.
Uit de geheime justitiedocumenten blijkt dat die tweede verdachte Paul Molhoek geen onbekende voor Justitie is. Hij is niet alleen veroordeeld voor wapenbezit maar wordt ook in verband gebracht met de handel in wapens en explosieven en heeft connecties met de beruchte crimineel Stanley Hillis, die in 2011 in Amsterdam wordt geliquideerd.
In zijn zevendelige podcast Vriend van Volkert zegt Eric Arends dat Molhoek niet alleen een bekende van de politie, maar ook een bekende bij de inlichtingendienst AIVD is en er een directe link is tussen Molhoek en Fortuyn-schutter Van der Graaf. In het tot nu toe geheime politierapport valt te lezen dat Paul Molhoek een aantal jaar bij Volkert in het kantoorpand heeft gewoond. Van der Graaf, medeoprichter van de Vereniging Milieu-Offensief (VMO) opereert op dat moment vanuit een kantoorpand in Wageningen waar Molhoek en zijn echtgenote tot een paar maanden voor de moord op Fortuyn boven wonen. Het geheime politierapport meldt ook dat de twee bevriend waren.
Wist Molhoek van de plannen van Volkert om Fortuyn te vermoorden? In de podcast Vrienden van Volkert zeggen (oud-)politiemensen dat ze vermoeden dat Molhoek destijds een informant was van de AIVD en dat hij de groep milieu- en dierenrechtenactivisten rond Volkert van der Graaf in de gaten moest houden.
Onderzoeksjournalist Arends komt erachter dat Molhoek na de moord afspreekt met de toenmalige vriendin van Van der G.. ‘Molhoek heeft na de moord op Fortuyn ook nog een langdurig gesprek gehad met de vriendin van Volkert’, vertelt een politiebron in de podcast. ‘Dat weten we omdat de politie hen heeft geschaduwd. Dat gesprek vond plaats op een plek waarover nagedacht was, namelijk in de buitenlucht, op het uiteinde van een pier in Harderwijk, waar geen camera’s of microfoons konden hangen. En Molhoek gaf ook heel duidelijk instructies aan die vriendin, dat kon je zien aan de lichaamstaal.’ Bovendien belt Molhoek met Van der Graaf., terwijl die dan al is opgepakt en vastzit.
In de rechtszaak tegen Volkert van der Graaf blijft de rol van Molhoek bij het leveren van de Star Firestar M43 nagenoeg onbesproken. En dat ondanks dat tot na de eerste rechtszitting in de zaak tegen Van der Graaf., in augustus 2002, politie en OM er zo goed als zeker van waren dat Molhoek het pistool aan Van der Graaf had geleverd.
Dat veranderd in oktober 2002, een half jaar na de moord op Fortuyn als uit het niets een harddrugsverslaafde die in dezelfde studentenflat als Volkert had gewoond zich meldt bij de politie en beweert dat hij samen met Volkert het wapen in de jaren negentig had gekocht in een Turks café in Ede. De drugsverslaafde vertelt de politie dat Van der Graaf zich in die tijd bedreigd voelde door boeren tegen wie hij met zijn Vereniging Milieu Offensief procedeerde om de uitstoot van ammoniak tegen te gaan. Van der Graaf, die dan al maanden weigert antwoord te geven op vragen van justitie bevestigde het verhaal vrijwel onmiddellijk bij de rechter-commissaris. ‘Bedreigingen uit de veehouderij-wereld waren de aanleiding’, meldt een van de politierapporten waaruit Argos citeert. Het ‘Molhoek-scenario’ gaat de prullenbak in. Anonieme (oud-)medewerkers van de politie die kennis hebben van het onderzoek, suggereren in de podcast Vriend van Volkert dat Van der G. destijds ‘gewoon meelifte’ op de getuigenverklaring van de verslaafde man.
Maar dan duikt de naam van Paul Molhoek twee jaar later ook op na de moord op filmmaker Theo van Gogh in november 2004 in Amsterdam. In het onderzoek naar dader Mohamed B. gingen politie en justitie achter de radicaal-islamitische Hofstadgroep aan en richten hun vizier op Hofstadgroep-verdachte Jermaine Walters. Ze komen er achter dat de woning in Amersfoort die goed uitzicht bood op de verblijfplaats van Jermaine, op naam stond van Molhoek. ‘Toen dachten we wel van: kan dit allemaal nog toeval zijn?’, zegt een politiefunctionaris in de podcast Vrienden van Volkert.
De man die ervan werd verdacht het pistool te hebben geleverd waarmee Volkert van der Graaf in 2002 de moord op Pim Fortuyn pleegde, zegt in Vrienden van Volkert in de maanden na de aanslag twee keer bezoek te hebben gehad van geheim agenten. ‘Die kwamen voor Stanley Hillis. Het ging van: mogen we even binnenkomen? Ik zeg dan niet nee, want ik wil geen trammelant aan de deur. Mijn buren weten nergens van. Dus ik zeg: nou, kom maar binnen, wat willen jullie? Maar ik vond dat wel weer shockerend. Het is twee keer gebeurd: de eerste keer een man en een vrouw, daarna twee mannen.’ Medio jaren negentig had de toenmalige Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) Molhoek al op de radar vanwege mogelijke betrokkenheid of bemiddeling bij de handel in wapens en explosieven. Door dit laatste feit kwam hij in 2002, na zijn tijd bij Volkert van der G. in Wageningen, in beeld als mogelijke leverancier van het wapen waarmee Volkert politicus Fortuyn doodschoot.
Jelle van Buuren, Universitair hoofddocent bij het Instititute of Security and Global Affairs in Leiden, reageert in Vriend van Volkert niet alleen verrast op het bestaan van een tot nu toe geheim politierapport, maar vraagt zich ook af wat de interesse van de AIVD in Molhoek is geweest. ‘Je kunt het scenario bedenken dat dit met wapenhandel en explosieven heeft te maken. Of dat hij misschien is bekeken als een mogelijke toekomstige informant. Op dat gebied zou je meer helderheid willen hebben, om precies te kunnen snappen hoe het in deze complexe zaak – een politieke moord met criminele randjes – is gegaan met die verschillende organisaties: politie, OM, maar dus ook inlichtingendiensten.’
Hoewel politie en OM uiteindelijk afstapten van het scenario waarin Paul Molhoek de leverancier was van het moordwapen, had het OM dit best wat uitgebreider aan de rechter kunnen voorleggen, zegt hoogleraar strafrecht Sven Brinkhoff in de podcast. ‘Ik vind het best relevant, ook voor een rechter’, aldus Brinkhoff. ‘We wisten wie de trekker over heeft gehaald. Maar voor die zaak is het toch relevant: waar kwam dan het moordwapen vandaan? Het is niet eens zozeer belangrijk voor de veroordeling van Volkert, maar wel voor het totale plaatje van de zaak, en zeker ook richting de samenleving, dat alles is uitgezocht. Dus het had eigenlijk meerdere functies om daar wel iets mee te doen.’
Het Openbaar Ministerie meldt in 2024 antwoord op vragen van Argos dat ‘Paul M.’ destijds is aangehouden en verhoord als verdachte van het leveren van het pistool, en dat zijn woning is doorzocht. ‘Deze doorzoeking leverde geen belastende informatie op. In het verhoor ontkende M. elke betrokkenheid.’ Ook het verhoren van getuigen leverde volgens het OM geen aanwijzingen op voor de betrokkenheid van Molhoek bij het wapen of de moord. ‘De officier van justitie heeft daarop besloten tot een sepot 01 (ten onrechte als verdachte aangemerkt).’
De zeven afleveringen van de podcast Vriend van Volkert zijn te beluisteren op de site van Argos (argosonderzoekt.nl), via de NPO Luister-app en de gebruikelijke andere podcastkanalen.