In zijn column in Pan0rama schrijft Henk Strootman: “Tijdens de uitvaartplechtigheid voor De Vries in Carré spotte ik meerdere BN’ers, stemmig gekleed en met diepbedroefde gezichten, die erom bekendstaan regelmatig de neus te poederen. Je moet maar durven. Ik vroeg me af wat de uiterst principiële misdaadverslaggever van deze vertoning zou hebben gevonden. Het is een lastige discussie, maar één ding is zeker: zonder vraag geen aanbod. Daar kunnen ze in de havens van Rotterdam en Antwerpen alles over vertellen.”
Maar niet alleen de cokesnuivende BN’ers wekken de toorn van Strootman op. “Zo waren er in de nasleep van De Vries’ overlijden wel meer onsmakelijkheden te bespeuren. Wat te denken bijvoorbeeld van de uitgever die nog vóór de uitvaart een journalist benaderde met de vraag of hij ‘zo snel mogelijk’ – want stel je toch eens voor dat de concurrentie je voor is – een boek over De Vries kon schrijven. Naar ik begreep vond de journalist het zelf ook een beetje aan de snelle kant, maar dat boek zal er ongetwijfeld komen. Wat zeg ik, méérdere boeken. Toen Willem Holleeder nog helemaal hot was, rolde het ene na het andere broddelwerkje van de persen, waarbij Holleeder van A tot Z toch wel het dieptepunt was.”
Strootman: “Een dode De Vries als verdienmodel, we zullen eraan moeten geloven, vrees ik. Natuurlijk konden we ook niet heen om de vele vrienden van De Vries in kranten en bij talkshows. Echte vrienden, zoals advocaat Peter Schouten en journalist Simon Vuyk, maar ook talloze figuren die zich schuldig maakten aan een ‘Krabbeetje’.
Voor zijn lezers legt Strootman in zijn Panorama-column ook uit wat hij bedoelt met een ‘Krabeetje’. “Voor wie dit niets zegt: dit begrip hebben we te danken aan Jeroen Krabbé. Met een Krabbeetje ben je er als de kippen bij om te benadrukken hoe uniek, bijzonder en diep je vriendschap was met de persoon die ons is ontvallen. Krabbé heeft dit tot kunst verheven. Vooral zijn optreden bij DWDD naar aanleiding van het overlijden van prins Bernhard was er één om nooit te vergeten. Je kreeg de indruk dat Jeroen de belangrijkste man was geweest in het leven van de prins.