Na anderhalf jaar onderzoek nadert het uur van de waarheid voor Marco Borsato, de zanger die door een nu 22-jarige vrouw er van wordt beschuldigd dat hij haar onzedelijk heeft betast toen zij nog een pubermeisje was. Inmiddels lijkt de onderzoeksvraag zich hebben toegespitst of het dagboek waarin het slachtoffer het misbruik minutieus zou hebben beschreven authentiek is. Daar lijkt ernstige twijfel over te bestaan nu het vermeende slachtoffer door justitie zelfs gevraagd is om geschreven documenten te overleggen waaruit zou blijken dat haar handschrift overeenkomt met dat in haar dagboek.
22 December 2021 was er het nieuws dat een 22-jarige vrouw aangifte had gedaan tegen Marco Borsato die zij beschuldigde van ‘onzedelijke betastingen’ toen zij nog minderjarig was. Die ‘onzedelijke betastingen’ zouden tussen 2014 en 2019 hebben plaatsgevonden. Borsato ontkende, maar bewijs leek er meer dan genoeg? De moeder van het slachtoffer werkte bij Marco. Marco Borsato was een belangrijk figuur in het leven van het meisje. De zanger was een vriend van de familie en toen haar vader een eind aan zijn leven maakte werd Marco een soort pleegvader. De vrouw verklaarde bij haar aangifte bij de zedenpolitie Midden-Nederland in december 2021 dat Marco tussen 2014 en 2019 meermaals aan haar borsten en billen zat en met zijn handen onder haar rokje gleed en hij haar tussen haar benen streelde. Acties die zij ook nog eens beschreven had in een dagboek dat zij al die jaren bijhield. Een dagboek dat door de moeder in 2019 werd gevonden en gelezen.
Weekblad Privé schrijft vandaag in het nieuwe nummer dat er ondanks dat op het oog ‘overweldigende bewijs’ tegen Borsato het Openbaar Ministerie tot nu toe niet dusdanig overtuigd is van de schuld van de zanger om tot vervolging over te gaan. En daarbij lijkt het dagboek van het toen nog jonge meisje een cruciale rol te spelen. Een dagboek, dat volgens het vermeende slachtoffer nog altijd bij het OM ligt en het sleutelstuk is in een forensisch onderzoek waarbij voor 100% moet worden vastgesteld dat het dagboek niet alleen echt is, maar ook echt geschreven is in de tijd van het gemelde misbruik door het vermeende slachtoffer.
Volgens het weekblad bestaat daar blijkbaar twijfel over, want het vermeende slachtoffer is, zo zegt zij, door het Openbaar Ministerie gevraagd om meer geschreven documenten te overleggen waaruit zou blijken dat haar handschrift overeenkomt met dat in haar dagboek. De uitkomst van dat vergelijkingsonderzoek weet nog niemand.
Maar zelfs als het dagboek 100% echt blijkt te zijn, zo weet Privé, dan is het nog maar de vraag of het Openbaar Ministerie alleen op grond van het geschrevene zal overgaan tot vervolging. Een dagboek kan worden gezien als ondersteunend bewijs omdat bij zedenzaken het bijna altijd één tegen één is. Zelfs als een dagboek in een rechtszaak wordt ingebracht als (steun)bewijs is het de vraag of het door de rechter geaccepteerd wordt. Er zijn rechters die menen dat een dagboek is geschreven door de aangeefster zelf en het daarom geen steunbewijs vinden.
Het hele verhaal kunt u lezen in weekblad Privé dat nu in de winkel ligt!