Schrijver en bioloog Maarten ’t Hart is in januari getroffen door een herseninfarct. “Het verbazingwekkende is dat ik niet bang was. Totaal niet. Nou ja, dacht ik, dan ga ik dood.” In april onderging hij ook nog een openhartoperatie.
’t Hart vertelt in een interview met NRC dat hij door het infarct getroffen toen hij ’s nachts naar de wc liep en in de gang onwel werd. Hij werd met een ambulance naar het ziekenhuis in Leiden gebracht. Daar bleek hij ook nog een longontsteking te hebben, waardoor het zuurstofgehalte in zijn bloed gevaarlijk laag werd.
“Om 04.00 uur zei de arts: we moeten je vrouw maar bellen, dan kan ze afscheid komen nemen”, vertelt ’t Hart. “Dat vond ik vreselijk akelig. Niet voor mezelf, maar voor haar. Het was koud en dan midden in de nacht naar het ziekenhuis. Ik zei: doe dat nou niet, laat haar nou rustig slapen,” zo vertelt hij in een interview over gezondheid in NRC.
De arts probeerde desondanks de vrouw van ’t Hart te bereiken, maar zij hoorde de telefoon niet. Uiteindelijk herstelde ’t Hart weer. Angst voor de dood heeft hij niet gehad, zo zegt hij in het vraaggesprek. “Het verbazingwekkende is dat ik niet bang was. Totaal niet. Nou ja, dacht ik, dan ga ik dood.”
’t Hart raakte het herseninfarct even verlamd raakte en niet kon praten, zijn rechterhand is nog altijd gevoelloos, maar verder herstelde hij goed. Na zijn herstel onderging ’t Hart in april een operatie vanwege twee lekkende hartkleppen. Ook daar herstelde hij van, al maakt hij zich nog wel zorgen omdat er wat vocht in een hartzakje, kwam.
In het interview vertelt ’t Hart, vooral bekend van boeken Een vlucht regenwulpen en Het woeden der gehele wereld, dat hij voor alle medische ingrepen nog bezig was met een nieuw boek waar hij sinds zijn verblijven in het ziekenhuis niet meer aan heeft gewerkt.