RUUD DE WILD wil Pim Fortuyn-moordenaar Volkert interviewen: ‘Waarom trekker overgehaald?’

0

Ruud de Wild wil Volkert van der Graaf, de moordenaar van Pim Fortuyn, interviewen voor zijn podcast ’30 Minuten Rauw’. “Ik zou willen weten waarom hij de trekker heeft overgehaald”, vertelt Ruud. “Hij had het ook op een andere manier kunnen doen. Hij had zich ook vast kunnen lijmen aan Fortuyn of aan zijn auto. Dit was allemaal zo bruut en nu weten we nog steeds niks.”

“Maar het gaat niet door, want hij wil niet. Hij wil helemaal geen contact met mij. We hebben het ook via zijn advocaat geprobeerd, maar er is geen interesse”, vertelde Ruud de Wild in zijn programma op NPO Radio 2. LPF-politicus Pim Fortuyn werd in mei 2002 op de parkeerplaats bij 3FM doodgeschoten. Fortuyn was net daarvoor twee uur lang te gast geweest in de uitzending van Ruud. “Ik zou willen weten waarom hij de trekker heeft overgehaald”, vertelt Ruud. “Hij had het ook op een andere manier kunnen doen. Hij had zich ook vast kunnen lijmen aan Fortuyn of aan zijn auto. Dit was allemaal zo bruut en nu weten we nog steeds niks.”


Na de moord op Fortuyn ging Ruud de Wild direct weer aan het werk, maar de dj kreeg al snel paniekaanvallen en andere zware klachten. Uiteindelijk zat Ruud bijna een half jaar ziek thuis. Rond Volkert van der Graaf hangt nog altijd een zweem van mysterie. “Ik zag Fortuyn als een persoon die erg op zijn eigen ego was gericht,” verklaarde Volkert in 2002 bij de politie. “Een machtswellusteling. Hij probeerde ook steeds makkelijk te scoren met simplistische ideeën. Ik haatte hem niet, ik vond hem alleen gevaarlijk. Fortuyn moest gestopt worden.” Volkert zei dat hij het met zijn daad opnam voor de zwakkeren in de samenleving.

Wat hem precies de stap tot moord deed zetten is nooit helemaal helder geworden. Volkert weet drommels goed dat die vraag nog steeds veel mensen bezighoudt, vertelt hij in een telefoontje met Edwin, de neef van Pim Fortuyn. Hij klinkt vriendelijk in dat gesprek in 2012: “Ik kan me er wat bij voorstellen dat jullie met vragen zitten.” Of hij de tijd zou willen terugdraaien? „Dat zijn van die vragen die moet je niet zo een, twee, drie over de telefoon willen bespreken.”

Die nieuwsgierigheid bij anderen interesseert hem niet. “Ik hoef toch niks te verantwoorden ofzo. Ik heb iets gedaan, straf gehad, klaar weet je. Ik sta er vrij nuchter in. Heb ook niet zoiets van: ik wil mezelf profileren. Of op de voorgrond. Dat is gewoon mijn hele attitude. De vraag waarom? Daar ga ik niks over zeggen. Voor mezelf weet ik wat ik gedaan heb en waarom. En andere mensen, tja.”