Oud Avro-dj voor rechter voor runnen jongensbordeel

0


Voormalig Avro-dj Romeo A. (65) staat vandaag, verdacht van het runnen met een compagnon van een jongensbordeel met (deels) minderjarige jongens in Utrecht, voor de rechter. Romeo A. had in de jaren tachtig van de vorige eeuw onder zijn eigen naam een radioprogramma bij de Avro. In september 2018 worden hij en zijn kompaan Nico L. (60) aangehouden voor het runnen van een illegale jongensbordeel. Bij de twee worden de gegevens van honderden (deels) minderjarigen jongens aangetroffen. Beiden ontkennen.

Het duo ronselde volgens het openbaar ministerie de jongens via chats en nodigde ze uit voor een ‘proefdate’ waarbij ze seks moesten hebben met L., wat door A. werd gefilmd. Mits goedgekeurd regelde het tweetal vervolgens seksafspraken voor de jonge jongens.


Een van de jongens die minderjarig was toen hij werd ‘geworven’, zou hebben gezegd meer dan tweehonderd klanten te hebben gehad. In totaal zou het om zeker twaalf (deels minderjarige) slachtoffers gaan.  Veel slachtoffers doen geen aangifte omdat zij zeggen voor de prostitutie te hebben gekozen.

A. en L. worden verdacht van mensenhandel, ontucht met minderjarige jongens en verkrachting. Beiden werden al eerder veroordeeld wegens seks met minderjarigen. A. vier keer en L. twee keer. Het tweetal wacht sinds hun arrestatie – 450 dagen geleden, op hun straf. De inhoudelijke behandeling stond voor  april op de agenda, maar werd vanwege het uitbreken van het coronavirus uitgesteld.

Eind juni verschenen A. en L. opnieuw weer voor de rechter, maar niet om de strafeis van het OM aan te horen. De voormalig Avro-dj vroeg de rechter om zijn straf in vrijheid af te mogen wachten, omdat hij anders zijn huurwoning zou verliezen en ook om voor zijn moeder (85) te zorgen.

Maar A. bleef in de cel omdat de echter de feiten waarvan de oud-dj wordt verdacht zeer ernstig vindt en de kans dat hij zonder behandeling terugvalt in oude gewoonten te groot.

A. nam tijdens de zitting ook zelf nog het woord: “Niemand is door mij tot prostitutie aangezet. Er was geen sprake van uitbuiting, dwang of geweld. Ik ben alleen een klankbord geweest, die hamerde op hun gezondheid en dat het repertoire op hen werd afgestemd, zodat ze zo min mogelijk moeite hoefden te doen om zoveel mogelijk op te halen. Het was hun eigen verantwoordelijkheid. Ik heb nooit klanten gezien of met hen afgerekend. Ik kon niet weten dat deze mensen een heel vervelend leven hebben gehad.”