Olcay Gulsen over zieke Ruud de Wild: ‘Stond in een enorme plas bloed’

0

Een maand geleden maakte Ruud de Wild op de radio bekend darmkanker te hebben, maar samen met zijn Olcay Gulsen gingen ze de strijd tegen zijn ziekte al veel eerder zorgde voor anstige momenten. “Opeens hoorde ik geschreeuw uit de badkamer, dus ik rende naar boven. Toen stond Ruud daar in een plas bloed gewoon, een enorme plas bloed.

Inmiddels is de radio-dj vier keer geopereerd. In de Shownieuws Podcast blikt Olcay terug op de heftige periode die ze “tot nu toe samen hebben meegemaakt en die begon niet een maand geleden toen de dj zijn luisteraars deelgenoot maakte van zijn ziekte. Olcay. “De eerste week van januari kreeg Ruud te horen dat hij darmkanker had. Alleen we wisten nog niet in welke fase het was en hoe behandelbaar het was, dus dat was best een onzekere periode.” Zijn twee kleine kinderen maakte dat De Wild het nieuws niet direct deelde. “Ruud heeft twee kleine kinderen en een dochter van achttien, dus we wilden eerst uitzoeken hoe de situatie was. Want als je het deelt met de buitenwereld, moet je ook aan een 9-jarig meisje gaan vertellen dat haar vader heel ziek is”, zegt Olcay in de podcast.


In eerste instantie leek een operatie de kanker te kunnen beteugelen. “Toen dachten we: ‘Nou ja, als het hiermee afgelopen is, dan hoeven we ook de buitenwereld niet in te lichten’. Toen we de uitslag van zijn eerste operatie kregen, bleek dat de kanker verder was uitgezaaid. Toen werd het een ander verhaal, want hij moest nog een zwaardere ingreep ondergaan, met een lange revalidatieperiode.”

Olcay vertelt dat zij zich nog goed herinnert wat ze voelde toen ze hoorde dat Ruud darmkanker had. “Het was natuurlijk een shock, omdat je altijd van andere mensen hoort dat ze kanker hebben of dat ze ziek zijn of hartklachten hebben. Het voelt altijd zo onwerkelijk dat dat bij jezelf zou kunnen gebeuren.” Voor Ruud kwam het nieuws als een keiharde klap. “Ruud is best wel hypochonder, dus die is eigenlijk zijn hele leven al voorbereid dat er iets ergs met hem zou gebeuren”, vertelt Olcay. “Al in het begin zei hij tegen mij: ‘Ik ben bang voor kanker en ik ben bang dat ik ziek word.'”


Olcay er wat volgde: ‘Ah nee joh, komt allemaal goed.’ Dat heb ik nu wel afgeleerd, want elk onderzoek is weer heel spannend. Maar toen het nieuws bij mij eenmaal geland was, was ik wel heel strijdbaar. Ruud was er een stuk depressiever onder, want hij had zoiets van: ‘Dit zou zomaar het einde van mijn leven kunnen betekenen.’ Olcay merkte dan ook dat hij het heel zwaar had. “Hij was heel emotioneel”, vertelt ze. “Dan helpt het wel als je positief bent en iemand op kunt vrolijken.”

Toen Ruud weer thuis was na zijn eerste operatie was er even paniek. “Opeens hoorde ik geschreeuw uit de badkamer, dus ik rende naar boven. Toen stond Ruud daar in een plas bloed gewoon, een enorme plas bloed. Ik denk dat als ik geen stage had gelopen in het ziekenhuis, dat ik compleet in paniek was geraakt.”

“Ik heb zijn hartslag en temperatuur opgemeten en heb hem op bed gelegd en gezorgd dat hij geen blokkades had, zodat hij rustig kon ademhalen.” Toen belde ze 112. “Dan komen er honderd vragen op je af. Normaal zou ik denken: ‘Kom nou maar gewoon, ik ben helemaal in paniek, ik kan niet nadenken.’ Maar nu ging het op zich allemaal redelijk goed en was hij binnen een kwartier in het ziekenhuis.”

“Ik denk dat de Olcay vóór BN’ers in het ziekenhuis dat toch wel anders had gedaan”, vertelt ze ook. “Ik denk dat ik anders in mijn nakie naar buiten was gerend en om hulp had gevraagd, ja.”