Kosten restauratie Gouden Koets beetje uit de hand gelopen: geen 1.2 maar 6 miljoen euro

0

Sinds 2016 is de Gouden Koets op Prinsjesdag uit beeld. Nu na vier jaar is de restauratie van die Gouden Koets klaar en wordt die tentoongesteld in het Amsterdam Museum, waar koning Willem-Alexander donderdag 17 juni een tentoonstelling rond de omstreden Gouden Koets opent. De restauratiekosten zijn overigens een ‘beetje’ uit de hand gelopen. Begroot op 1.2 miljoen euro is de eindafrekening een duizelingwekkende zes miljoen.

Bij die zes miljoen blijft het niet, want nu de Gouden Koets tentoongesteld wordt in het Amsterdam komt daar nog tussen de een en twee miljoen bij voor bouwkundige aanpassingen en nieuwe expositieruimtes van het museum, dat na de tentoonstelling haar deuren sluit voor een vier jaar durende echte renovatie.


Het zal spectaculaire beelden opleveren als de gerestaureerde Gouden Koets binnenkort over het dak van het Amsterdam Museum, in het hart van de hoofdstad aan de Nieuwezijds Voorburgwal, getakeld word om op de binnenplaats van het museum te landen, waarna er een glazen huis om de koets wordt gebouwd en Nederland drie maanden lang die gouden Koets van dichtbij kan bewonderen.

Geheel in lijn met de traditie dat verbouwingen bij de Oranjes altijd fors uit de hand lopen -de verbouwing van Huis ten Bosch werd begroot op 28 miljoen, maar kost voorlopig 63 miljoen- gaat ook de renovatie van de Gouden Koets aanzienlijk meer kosten dan in eerste instantie begroot.

In 2016 onthulde stalmester Bert Wassenaar dat de kosten van de restauratie van de Gouden Koets werden geraamd op 1,2 miljoen euro. Dat is inmiddels opgelopen tot die duizelingwekkende zes miljoen. Dat moet een forse tegenvaller zijn voor koning Willem-Alexander die de restauratie betaald uit zijn eigen begroting. Dat is overigens weer geld dat hij van de staat krijgt.

Dat de restauratiekosten van de Gouden Koers met een factor 5 zijn verhoogd mag opmerkelijk heten want het zijn toch niet de eerste de beste die door het Koninklijk Staldepartement werden gevraagd de restauratie te begeleiden. In de Raad van Advies voor de restauratie zitten emeritus hoogleraar Anne van Grevenstein-Kruse, specialist op het gebied van restauraties en eerder betrokken bij het opknappen van de Oranjezaal in Huis ten Bosch, Susan Lammers van de Rijksdienst Cultureel Erfgoed, directeur Judikje Kiers van het Amsterdam Museum en directeur Flip Maarschalkerweerd van de Koninklijke Verzamelingen.

De restauratie is overigens met al die jaren met alle geheimzinnigheid omgeven. Het zou restaurateur Stolk uit Balkbrug die opknapbeurt coördineert. Stolk zou eerder ook de Glazen Koets hebben gerestaureerd, maar het bedrijf hult zich in stilzwijgen.

Wel officieel bekend is dat specialisten uit binnen- en buitenland aan de koets werkten in een speciale ruimte bij de Koninklijke Stallen in Den Haag. Dat vertelde stalmeester Bert Wassenaar namelijk vorig jaar aan de vooravond van Prinsjesdag. Op dat moment lag de restauratie van de Gouden Koets ook nog op schema. “Het ontmantelde rijtuig kan in de loop van 2021 weer in elkaar worden gezet,” vertelde de stalmeester. Diezelfde de stalmeester zei ook dat de restaurateurs geen onaangename verrassingen waren tegengekomen. “Voordat je de koets uit elkaar haalt, weet je niet wat je aantreft. Maar de conditie was nog goed. De koets is natuurlijk met 121 jaar nog relatief jong.” Op de vraag of de Gouden Koets op Prinsjesdag 2021 weer kon worden gebruikt antwoordde hij tegen het ANP: “We willen er geen druk op zetten.”

Een leugentje om bestwil, want toen was allang besloten dat de Gouden Koets na de restauratie tentoongesteld zou worden in het Amsterdam Museum, gevestigd in het oude Burgerweeshuis in het centrum van Amsterdam. Sterker nog: al vier jaar geleden startte de eerste onderhandelingen over het tentoonstellen van de koets in 2021 in dat museum. En al ruim een jaar geleden werd definitief besloten dat het rijtuig daar volgend jaar drie maanden te zien zou zijn.

De laatste tentoonstelling voor het Amsterdam Museum haar deuren sluit voor een renovatie om die deuren pas weer in 2025 te openen is zeker niet de goedkoopste, maar eerder de duurste uit de rijke historie van het museum. Geluisterd wordt het drie maanden tentoonstellen van de Gouden Koets twee miljoen vergt. Een bedrag dat de woordvoerster van het museum Janine Fluit niet wil bevestigen. Pas na lang aandringen zegt ze: ‘Het is meer dan een, maar minder dan twee miljoen’.

De Gouden Koets, met een span van zes paarden, zal te zien op de binnenplaats van het museum, die daarvoor een nieuwe fundering krijgt. Dat maakt dat de Gouden Koets over het gebouw heen moet worden getakeld. In de rond die binnenplaats gelegen zes monumentale zalen van het Amsterdam Museum, voor deze gelegenheid ook verbouwd en gerenoveerd, worden de verschillende verhalen rond de gouden Koets vanuit verschillende perspectieven: rijke, maar ook pijnlijke (historische) verhalen, nostalgische en ambachtelijke verhalen, verhalen over het gebruik, de restauratie en symboliek verteld. Door de grote ramen in de zalen heeft het publiek steeds letterlijk een andere blik op de Gouden Koets in de binnenplaats, waarna de koets op die binnenplaats ook van dichtbij te bekijken is.

Amsterdam Museum-woordvoerster Fluit hintte al op een mogelijke terugkeer van de koets in het museum in 2025 als het gerenoveerde museum weer haar deuren opent. “Daar wordt wel over gepraat”. De Gouden Koets zou dan in 2025 het pronkstuk moeten worden bij de heropening van het museum in het voormalig Burgerweeshuis. Aan het Hof wijst men erop dat er maar één iemand is die over de koets kan beslissen: de Koning.

Het veelbesproken zijpaneel ‘Hulde der Koloniën’,

De Gouden Koets, een geschenk van de Amsterdamse bevolking aan koningin Wilhelmina bij haar inhuldiging in 1898, keert dus terug waar het allemaal begon. Of de koets ooit weer te zien zal zijn in op Prinsjesdag lijkt nog maar zeer de vraag nu de afgelopen jaren rond het rijtuig opnieuw een discussie is ontstaan, naar aanleiding van het linker zijpaneel ‘Hulde der koloniën’ waarop halfnaakte zwarte mannen en vrouwen in onderdanige houdingen zijn afgebeeld. Zo sprak onder meer het Landelijk Platform Slavernijverleden zich uit tegen gebruik van de koets op Prinsjesdag vanwege de verheerlijking van het slavernijverleden.

Al in 2011 pleitten de Kamerleden Harry van Bommel (SP) en Mariko Peters (GroenLinks) ervoor om de racistische afbeelding van de zijkant van de koets af te halen, maar daar voelt koning Willem-Alexander niets voor. Tijdens een persgesprek voor de zomervakantie zei koning Willem-Alexander dat de Gouden Koets wordt gerestaureerd ‘zoals hij was’. Hij zei de discussie te volgen, maar er niet aan deel te nemen. ‘De Gouden Koets is cultureel erfgoed van Nederland. We gaan niet de geschiedenis herschrijven bij de restauratie. Zodra hij in volle glorie is hersteld, bepalen we verder wat er gebeurt.’

Dat blijkt nu dus eerst de tijdelijke bruikleen aan het Amsterdam Museum te zijn. Met de expositie wil het Amsterdam Museum naar eigen zeggen ook de publieksreacties op de gerestaureerde koets peilen. De koning zal zeker meer dan geïnteresseerd zijn in de uitkomsten van het onderzoek, want koning Willem-Alexander zei al voor zijn aantreden in 2013 dat hij het als zijn taak ziet het land te verbinden en dat er ook goed naar afwijkende meningen geluisterd moest worden. Rondrijden op Prinsjesdag in een koets die tot verdeeldheid leidt en delen van de samenleving splijt zal hij zeker niet willen. In het kader van zijn verbinden bood hij al excuses aan voor het koloniale verleden tijdens het staatsbezoek aan Indonesië en uitte zelfs kritiek op zijn overgrootmoeder Wilhelmina die tijdens haar toespraken op Radio Oranje bijna niets heeft gedaan om de Joodse bevolking te helpen. In die lijn past ook dat hij het serieus neemt dat velen zich gekwetst voelen door enkele panelen op zijn Gouden Koets.

Het meest logische scenario lijkt dan ook te zijn dat de Gouden Koets na de tentoonstelling in Amsterdam verhuist naar Apeldoorn, om in het nieuwe ondergrondse paviljoen van Paleis Het Loo een vaste of tijdelijke plek te krijgen. Wordt dat een tijdelijke plek dan is de kans groot dat de Gouden Koets in 2025 bij de opening van het gerenoveerde Amsterdam Museum weer terugkeert naar de hoofdstad.

Dan treft de Gouden Koets een beter lot dan de Glazen Koets, die in de begindagen van het Koninkrijk der Nederlanden stamt en alle regerende Oranjes heeft vervoerd. Het imposante gevaarte, sinds de Gouden Koest in oude luister hersteld wordt gebruikt door het koninklijk paar op Prinsjesdag, stond decennialang te verstoffen in een hoek van de Koninklijke Stallen. Die Glazen Koets, in 1821 besteld door koning Willem I en in 1826 afgeleverd, werd indertijd na een opknapbeurt eerst tentoongesteld in Automuseum Louwman in Den Haag.