(Beeld: Janita Sassen/MAX)
Omroep MAX-presentatrice Martine van Os wil haar Hilversumse huis te koop zetten zodat haar kinderen Bo (35) en Julian (33) een huis kunnen kopen… Ook overweegt Martine te stoppen met de kijkcijferhit We zijn er bijna!
Het huis van Martine van Os in Hilversum is te groot voor haar en haar man, kunstenaar Wouter Stips nu kinderen Bo en Julian op zichzelf wonen. Dus wat moeten ze met al die ruimte?, vraagt Martine zich af in een vraaggesprek met Margriet.
Maar het is niet alleen de grootte van het huis, zegt de Omroep Max-presentatrice dat ze wil verkassen, maar ook omdat ze zich een beetje schuldig voelen. “We zouden het kunnen verkopen en zowel voor de kinderen als voor onszelf iets kleiners kunnen kopen. Ik denk dat we ze daar ontzettend mee zouden helpen, want het is gewoon een rottijd voor hen. Alles is duur. Voor mijn gemoedsrust zou dat wel
fijn zijn, want ik maak me daar heel erg zorgen over. Niet alleen over mijn eigen kinderen, trouwens, ik vraag me af waar het met alle jonge mensen naartoe moet.”
In het interview vertelt ze ook dat ze overweegt te stoppen met kijkcijferhit We zijn er bijna nu zij haar pensioen nadert. “Fysiek heb ik nergens last van, maar het lijkt wel alsof de tijd steeds sneller gaat. Ik ga al dertien jaar in mei en juni op reis voor het programma – toch de mooiste tijd van het jaar om op vakantie te gaan. Als ik dan ook nog met Wouter weg wil, moeten we daar niet te lang mee wachten, want we worden er niet jonger op en Wouter is ook nog twaalf jaar ouder dan ik. Het dringt meer en meer tot me door dat het leven eindig is. Dus ik ben zo langzamerhand aan het nadenken over hoe ik het wil gaan indelen. Hoe leuk ik het ook vind, ik wil toch iets meer tijd om andere dingen te doen.”
“Daar denk ik de laatste tijd weleens over na. We zijn bij Omroep Max aan het praten over wat ik wil, wat zij willen. Dat is een heel proces in mijn hoofd. Eigenlijk zou ik willen dat het programma stopt als ik stop, maar misschien is het wel net zo leuk als een ander het gaat doen. Al denk ik niet dat er veel presentatoren zijn die de volle vijf weken zo intensief mee willen als ik. ”