LIZ SNOIJINK: ‘De Dokter zei nog tegen mij: nu niet denken dat je kanker hebt’ (dat had ze dus wel…)

0

(Beeld: EO)

Actrice Liz Snoijink (67) ging anderhalf jaar geleden bij haar huisarts langs met een aantal klachten, maar werd met een zalfje naar huis gestuurd. ‘Nu niet denken dat je kanker hebt, hoor! Dat heb je namelijk niet,’ zei haar arts toen zij de spreekkamer verliet. Omdat ze het toch niet helemaal vertrouwde, besloot ze naar een andere arts te gaan. Ze bleek kanker te hebben.


Het gaat inmiddels goed met Liz en daarom vertelt ze haar verhaal in De Telegraaf. “De klachten begonnen anderhalf jaar geleden, toen ik het humaan papillomavirus (HPV-virus) opliep, het virus waar zoveel vrouwen zich tegenwoordig voor laten vaccineren. In ongunstige gevallen kan dat leiden tot kanker, en dat was bij mij dus het geval.”

Volgens haar arts was een onderzoek niet nodig. “Ik vroeg mijn huisarts nog: ‘Moet u niet even kijken of mij toucheren?’, maar volgens hem was dat niet nodig. Hij sprak over ’simpele scheurtjes in de huid, die met een zalfje wel weer zouden helen’.”


Het moment dat ze met haar jas in de deuropening stond zal ze niet snel vergeten. “Hij wees met het vingertje en zei: ‘Nu niet denken dat je kanker hebt, hoor! Dat heb je namelijk niet.’ Het leerde me een belangrijke les: als je onderzocht wil worden, sta er dan ook op dat het gebeurt.” Omdat de klachten alleen maar erger werden, besloot ze een tweede afspraak te maken bij haar huisarts. “Dat kon, maar dan moest ik wel een week wachten voordat ik weer terecht kon. Ik voelde echter dat het helemaal fout zat. Een goede vriendin van mij is maag-darm-leverarts en maakte wel direct tijd voor me vrij.”

Liz bleek kanker te hebben. Het afgelopen jaar onderging ze meerdere chemobehandelingen en bestralingen. “Op een gegeven moment kon ik niks meer, behalve in bed liggen en om me heen kijken. Ik moest er maar gewoon doorheen, want ik wist waarvoor ik het deed. Door vol te houden ziet alles er nu weer goed uit en ben ik in het bekende controlecircuit beland. De komende vijf jaar blijven ze me in de gaten houden, te beginnen met eens per drie maanden en later afbouwend naar minder periodiek.”