Omroep Max-directeur Jan Slagter heeft na publicaties over vermeend grensoverschrijdend gedrag van Matthijs van Nieuwkerk en Tom Egbers nauw contact met de twee presentatoren. Hij vreest namelijk dat er ongelukken gaan gebeuren. ‘Dat iemand het na het verschijnen van zo’n artikel het gewoon niet meer ziet zitten, daar ben ik bang voor.’
Jan Slagter neemt geen blad voor de mond als hij door de Volkskrant, de krant die de verhalen over het vermeend grensoverschrijdend gedrag van Matthijs van Nieuwkerk en Tom Egbers publiceerde, wordt geïnterviewd. Van Nieuwkerk en Egbers zitten sindsdien werkloos thuis. De omroep Max-baas zegt in de krant: “Ik vind dat we moeten waken voor trial by media. Want als dit zo doorgaat, ik kijk ook even naar die meneer, die daar hangt (wijst naar een enorm schilderij van Tom Egbers, boven zijn vergadertafel, uit Sterren op het doek), dan gaan er ongelukken gebeuren. Dat iemand het na het verschijnen van zo’n artikel gewoon niet meer ziet zitten, daar ben ik bang voor.’
Slager zegt in de krant ook dat hij contact gezocht heeft Matthijs en Tom. ‘Ja, ik heb met Tom contact gezocht. Na dat hele gedoe heb ik hem een foto gestuurd van dat schilderij hier, en erbij gezegd: ‘Jij blijft hier hangen.’ Ik heb regelmatig contact met Matthijs, met Frans (Klein, red.). Ik praat ze niet naar de mond, ik ga niet zeggen dat de Volkskrant een kutkrant is, maar ik vind het wel belangrijk dat zo iemand zijn verhaal bij me kwijt kan. Er waren mannen bij, en ik ga geen namen noemen, die zeiden: ‘Jan, ik ben zo blij dat jij er was, want niemand belde.’ Ik kom niet op voor iedereen, ik kom niet op voor Ali B., want die heeft een aangifte wegens verkrachting aan z’n broek hangen en ik weet voor 99 procent zeker dat dat ook is gebeurd. De bak in, zeg ik dan. Maar Tom, Matthijs en Frans hebben geen misdaad begaan, geen moord gepleegd, niks gepikt, niemand doodgereden. Helemaal niks!’
Volgens Slagter voelen Van Nieuwkerk en Egbers zich in de steek gelaten door veel mensen en laat dat sporen na. ‘Donker, somber, in de steek gelaten. In een zwart gat. Ze snapten niet dat ze niks meer van mensen hoorden met wie ze dachten een goede relatie te hebben. Dat vind ik nogal wat. En ze zeiden niet: ‘Jan, er is niks gebeurd’ – zeker niet, zeker niet. Wat ik BNNVara kwalijk neem, in het geval van Matthijs, is dat ze na die publicatie niet om hem heen zijn gaan staan. Ze hadden hem geen gelijk hoeven geven, maar het is wel je werknemer. Dus als er zoiets gebeurt, rij je er naartoe. Als iemand zwarte sneeuw ziet, zoals ze dat noemen in België, steun je hem.’ ()‘Ik kan me voorstellen dat zo’n persoon zich enorm alleen moet voelen. Daar zit ik dan aan te denken, als ik in de auto zit op weg naar huis, ik stel me dan voor hoe zo’n man erbij zit.’