Achter het succesverhaal van voormalig K3-ster Kristel Verbeke schuilt een drama. ‘Ik heb jarenlang gevochten om erbij te mogen horen,’ vertelt ‘de zwarte’ van K3 die haar dramatisch verhaal nooit eerder wilde vertellen omdat ze bang dat dat verhaal een weerslag zou hebben op K3. Maar nu op 44-ste mag dat verhaal naar buiten komen. ‘Ik ben nu een sterke vrouw. Maar vanbinnen zit nog veel pijn, en ik weet niet of een held die ook voelt.’
De jeugd van voormalig K3-ster Kristel Verbeke (44) was er een van armoede in een gezin dat al gebroken was door de scheiding van haar ouders en de dood van haar twee zussen. “Ik heb heel lang niet beseft dat ik in abnormale omstandigheden leefde”, onthult Verbeke in een interview met het Belgische weekblad HUMO.
“De miserie is begonnen toen mijn ouders gescheiden zijn. In die periode ben ik ook mijn beide zussen verloren – mijn oudste zus stierf in een verkeersongeluk, mijn jongste aan een CO-vergiftiging. Eigenlijk is alles wat een beetje stabiel was in drie jaar tijd van onder onze voeten gemaaid. Ik was 12 en woonde sinds de scheiding helemaal alleen bij mijn papa. Hij was vrachtwagenchauffeur en altijd van huis. Hij vertrok om zes uur ’s ochtends en kwam pas laat naar huis, nadat hij vaak nog met de mannen op café had gezeten. Ik herinner het me als een tijd van heel veel alleen zijn en plantrekkerij. Ik kan me niet voorstellen dat mijn eigen dochters zo’n leven zouden leiden. Anderzijds ben ik trots dat ik heb standgehouden, vertelt Verbeke.
In Humo vertelt ze ook dat zij als puber eigenlijk het huishouden runde: “Ik deed alles. In het begin zorgde mijn oudere zus – die eigenlijk mijn halfzus was en iets verderop woonde bij haar meter – nog een beetje voor mij. Maar toen ik haar verloor, zat ik daar echt alleen. Ik had veel verdriet om het verlies van mijn zussen. Ik wist ook niet wat gedaan. Ik had mijn moeder weleens zien poetsen, maar voorts? Vanbuiten hadden we een mooi huis, maar vanbinnen was het een puinhoop. De koelkast was leeg tegen het einde van de maand, en er was geen wasmachine. Als het loon gestort was, gingen we één keer naar de Aldi en dan was het gedaan voor de rest van de maand. Ik at boterhammen of spaghetti met bruine suiker als er niks meer was. Ik heb heel lang niet beseft dat ik in abnormale omstandigheden leefde, wat achteraf gezien een voordeel was. Tot ik een jaar of 16 was en me realiseerde: tiens, er zijn wel heel weinig vriendinnetjes die mogen blijven slapen als ik het hun vraag.”
“Ik had een stempel: ik was de dochter van de Nazzer. Mijn vader heette Nazarius en was een gekend volksfiguur: hij zat graag op café en alles wat daarbij hoorde. Iedereen had door dat we in een rare situatie zaten – vader en dochter alleen – en ik had het gevoel dat ze dat niet vertrouwden. Zo ervaarde ik ook vrij snel het klassenverschil: iedereen had Barbies, ik één Cindy – de goedkope versie. Ik herinner me dat ze me erom uitlachten en dat ik dat erg vond. Op de bus zag ik ook iedereen met van die mooie trolleys, terwijl ik daar met mijn lelijke, zwarte, lederen boekentas zat. Je ziet er anders uit, en je beseft dat. Terwijl ik zo graag wilde meedoen met de rest, maar dat lukte niet.”
En dat was er altijd het geld. of beter het gebrek er aan.
“Ik was vooral bang voor de schoolrekening. Dan durfde ik niet naar huis te komen omdat het dan dikke miserie zou zijn met mijn vader. Bij ons thuis was er voortdurend stress over geld, meestal als de huisbaas langskwam voor de huur. Ik moest dat dan regelen, want mijn vader was er nooit. Het is niet normaal dat iemand van 13 jaar dat moet doen. Het blijft ongemakkelijk om herinneringen aan die periode op te halen, omdat ik dan meteen terug in dat huis zit. Ik voel de onrust en de pijn van uitgesloten te zijn, van er niet bij te horen. Ik werd nooit uitgenodigd op feestjes, ik deed nooit leuke dingen met vriendinnetjes. Ik zat alleen thuis.”
De ommekeer voor Kristel kwam definitief met K3, maar ook nu nog is er altijd die angst voor armoede. “Ik heb heel veel geluk gehad met K3. We hebben daar ontzettend goed onze boterham mee verdiend. Voor ik ooit terug in die situatie kom, moet ik al veel domme dingen gedaan hebben. Maar ik weet perfect wat er op de rekening staat en hoeveel geld er naar elektriciteit en water gaat: ik kan dat niet loslaten. En zelfs al word ik financieel geadviseerd, ik zal alles zelf nog eens uitpluizen. Het vertrouwen zal nooit 100 procent zijn,” zegt ze in het Vlaamse weekblad.