Story hoofdredacteur Guido den Aantrekker, ook deskundige bij SBS Shownieuws, schrijft niet alleen over het lief en leed van de sterren, maar heeft zelf ook het nodige liefdesleed meegemaakt. En dat mag iedereen weten. De gezamenlijke kinderwens van Guido en zijn vrouw Tiffany, de zus van Adam Curry, werd een lijdensweg. Zoontje Olivier werd doodgeboren en vervolgens kreeg Tiffany zeven miskramen.
Guido den Aantrekker mag dan beroepshalve bedreven zijn in verleiden: mensen hun diepste zielenroerselen ontfutselen, ook over zijn liefdesleven is hij buitengewoon openhartig in een interview met het AD. Over zijn vrouw Tiffany bijvoorbeeld, de zus van Adam Curry. “Het was geen love at first sight, want we kenden elkaar al. Zij zat op dezelfde middelbare school als ik, alleen een jaar lager. Zij vond mij een brallerige hockeyjongen met collegeshawl, ik haar een bijdehand meisje met een te grote bek. Ik ontmoette haar opnieuw op 8 december 2005 om half 10 ’s avonds op de Miljonair Fair en we hebben een uur alleen maar staan lachen, tot ik op een gegeven moment vroeg wie toch die zurige man achter haar was en dat haar date voor de avond bleek. Zonder er te dramatisch over te doen, kan ik wel stellen dat mijn leven toen is veranderd.’’
En dan was Tiffany ook al moeder….
De Story-hoofdredacteur: “Gescheiden vrouw, ook nog een kind: dat is natuurlijk sowieso meer gedoe. Maar goed: het ging wel om Tiffany hè, dus natuurlijk wilde ik een vader voor haar zoon zijn. Ik voelde het ook echt, toen hij direct op mijn schoot kroop om het doosje Lego uit te pakken dat ik de eerste keer had meegenomen. Maar ik ben me altijd bewust gebleven van mijn plek. Ik ben zijn stiefvader, niet zijn echte vader. Ik heb niks met jargon als bonusmoeder of cadeauvader.’’
Guido en Tiffany wilden ook samen kinderen, maar dat lukte niet. Zoontje Olivier kwam in de vijfde maand doodgeboren ter wereld, waarna Tiffany niet minder dan zeven miskramen kreeg, vertelt den aantrekker openhartig in de krant. “Je zegt het niet goed. We hebben wél een kind gekregen. Ik had hem in mijn hand, hij had één oog open en leek op mijn vader, hij kwam alleen dood ter wereld. En als mensen zeggen dat het verdriet slijt is dat toch wel waar, hoewel ik nooit ophoud eraan te denken. Dan zit er in het vliegtuig voor me een puber met zijn vader te dollen en denk ik: dat hadden wij tweeën kunnen zijn. Olivier was nu 13 geweest.’’
“Op een gegeven moment was het gewoon klaar. Het leuke gaat er namelijk wel vanaf. Van álles, hè. Met elkaar naar bed gaan, de positieve zwangerschapstest, de eerste zwangere weken. Ik weet nog dat ik na die laatste miskraam heel bewust naar die prop bloed in de wc heb zitten kijken, dat kleine embryo. Zo verdrietig, en dan het gevoel dat Tiffany het vooral voor mij wilde. Toen Oliviertje dood geboren werd, zei ze, terwijl ze werd weggereden op de brancard, dat ze het zo erg vond voor mij. Voor míj. Tiffany heeft zelfs nog geopperd dat ik het moest proberen met een gezamenlijke single vriendin die ook een kind wilde, maar dat wilde ik niet. Ik zei: ik heb jou om jou, niet om je baarmoeder.’’
Het maakt allemaal dat Den Aantrekker nu anders in het leven staat. “Het heeft me vooral aan een fuck you-houding geholpen. Wat zou ik me nog druk maken om alledaagse shit? Ik weet inmiddels wat belangrijk is en ik weet wat ik wél heb. In september lag ik met Tiffany op een strandbed aan de Italiaanse Rivièra en dan ben ik zó gelukkig. Ik houd zo zielsveel van die vrouw,’’ zo zegt hij in het AD waarin hij overigens ook nog vertelt dat je ‘als Story-journalist sta je qua betrouwbaarheid nog onder de pooiers’ staat. “Journalisten staan, zoals iedereen weet, stijf onderaan de betrouwbaarheidsranking en als Story-journalist sta je nóg lager. Onder de pooiers, zeg maar. Toch zou ik het zeer waarderen als ik later om mijn integriteit en betrouwbaarheid herinnerd word. Ja. Ik houd van fair deals, van hand shakes, afgesproken is afgesproken.’’
‘roddeljournalist wil Guido den Aantrekker dan ook niet genoemd worden. “Je mag mij geen roddeljournalist noemen. We zijn gewoon journalisten, net als de journalisten bij Nieuwsuur. We doen onderzoek, doen aan hoor en wederhoor en ik garandeer je dat mijn verslaggevers bij álle andere media kunnen werken. Maar eigenlijk interesseert het me niet zo hoe er over mij als journalist wordt gesproken. Ik heb liever dat ze me herinneren als fijn mens. Ik weet nog wat Viola Holt ooit in mijn oor fluisterde – nee, líkte: ‘Je bent eigenlijk niet zo’n rat als ik dacht, je bent een lieve schoft’.’’