Twee weekjes vakantie neemt Mark Rutte per jaar. Het weekje in de zomer gaat hij naar New York. In de winter is het zeven wintersport. En wat hij in New York en op wintersport doet? Altijd hetzelfde…
Maandag had Op1 had zijn jeugdvriend Koen Petersen te gast, die uitgebreid vertelde over de vakanties van premier Mark Rutte. Politicoloog Petersen had Rutte leren kennen toen die ooit JOVD-voorzitter was. Sindsdien gingen zij twee keer per jaar samen op vakantie: een week op wintersport en een week naar New York. En ook op die vakanties deden ze altijd hetzelfde….
‘We hebben vaste ankerpunten’, vertelde Petersen aan tafel bij Op1. ‘Met skiën zitten we altijd in hetzelfde hotel. We eten op dezelfde plek, bestellen altijd hetzelfde en het weer is altijd mooi. Héérlijk als je weet wat je krijgt. Het is net als naar een goeie Chinees gaan. Je kunt je erop verheugen en er volop van genieten.’
Volgens vriend Jort Kelder móet en zál Rutte jaarlijks hetzelfde doen. “Hij wil altijd naar het zelfde kneuterige hotel in Zermatt, met zo’n wagenwiel aan het plafond. En de eerste avond móeten we van hem naar hetzelfde matige fondue-restaurant, Café Dupont. Mark is een man van tradities, dat geeft hem houvast,’’ vertelde Kelder eens aan Vrij Nederland.
In de zomer is het steevast een weekje New York voor de premier. “Ik heb elk jaar een portie New York nodig,’’ lichtte hij eens toe. ‘In deze stad vind ik iets dat ik ook in Nederland zie. Iedereen heeft hier liefde voor wat hij doet, is tolerant.”
Ook in New York bleken de vrienden Mark en Koens van vastigheid te houden. Petersen: ‘We hebben altijd hetzelfde hotelletje in Chinatown. We wandelen naar Columbia University, ongeveer tien kilometer, en gaan dan met een bocht terug, bij elkaar wandelen we 25 kilometer.”
En daar hield de vastigheid niet op…. “Op vaste plekken drinken we koffie of eten iets. Je weet wat je krijgt en je hoeft er niet over na te denken, anders moet je maar in de toeristengids kijken. Zo kunnen we het over interessantere dingen hebben dan over de vraag waar we gaan eten.’