Vrijheid werd André Rieu thuis niet gegund als kind. Hij werd gedwongen een instrument te bespelen als onder deel van de opvoeding. En later, toen Andre Rieu met zijn dansorkest de wereld veroverde, schreef zijn vader hem niet alleen als muzikant af, maar ook als zoon. Zijn moeder was zo mogelijk nog erger dan zijn vader. Rieu: “Ze heeft nooit in mij geloofd. Ik heb een strenge, liefdeloze jeugd gehad.”
André Rieu kijkt niet met veel plezier op zijn jeugd terug, zo vertelt hij Plus Magazine. “Thuis voelde als een klooster. Mijn vader was dirigent van het Limburgs Symfonie Orkest. Mijn twee oudere zussen, twee jongere broers? mijn jongste zusje en ik moesten allemaal een instrument spelen. Niet voor het plezier maar puur als onderdeel van de opvoeding. De viool vond ik veruit het mooiste instrument; die voile strijkersklank en de manier waarop al die strijk* stokken in een orkest tegelijk op en neer bewegen… prachtig.”
Als vijfjarige krijgt de kleine André en moest hij vanaf dat moment elke dag minstens een uur viool studeren. Rieu: “Het liefst stond ik voor het raam wat weg te dromen en gewoon op gevoel mooie muziek te spelen. Dan klonk de stem van mijn moeder van beneden die mij gebood toonladders en etudes te oefenen. Waardering voor mijn muzikaliteit was er niet. Mijn vader heeft zich nooit voor mij of mijn muziek geïnteresseerd. Sterker, toen ik na het conservatorium een salonorkest begon, keurde hij mijn muziekkeuze af. Hij is ooit een keer naar een concert van mij gekomen en is halverwege weggelopen.”
Zijn moeder zag hem zelfs nooit op het podium met zijn salonorkest, zo zegt hij in het maandblad. “Mijn moeder is zelfs nooit geweest. Ik volgde mijn hart en gevoel en dat is tegen de regels van de klassieke muziek. Daarin is het een doodzonde als je, zoals ik, alleen de mooiste stukken uit een symfonie speelt. Mijn vader schreef mij niet alleen als muzikant af, maar ook als zoon. Het is nooit goed gekomen tussen ons. Zelfs op zijn sterfbed wilde hij me amper zien. Mijn moeder heeft nimmer tussen ons bemiddeld, zij was zo mogelijk nog erger dan hij. Ze heeft nooit in mij geloofd. Ik heb een strenge, liefdeloze jeugd gehad.”
Dat hij ondanaks zijn liefdeloze jeugd toch geworden is wie hij is zegt Rieu te danken aan de wijkverpleegster. Dat ik zelf wel liefde kan voelen en uiten, komt denk ik doordat ik de eerste drie maanden van mijn leven ben opgevoed door een heel lieve, warme wijkverpleegster. Mijn moeder lag na de bevalling met ernstige bloedarmoede in het ziekenhuis. In de eerste drie maanden van je leven wordt je ponskaartje gemaakt.””
bron: Plus Magazine