Als Henry Schut in de zon gaat zitten is dat altijd met zijn vinger op het puntje van zijn neus. De NOS-man is namelijk een echte hypochonder en is doodsbang opnieuw huidkanker te krijgen.
“Als ik iets mankeer dan ben ik bang dat ik het ergste heb, ” vertelt Henry Schut in Algemeen Dagblad waar hij geïnterviewd wordt voor de rubriek Hemd van het lijf. “Bij mij is twee jaar geleden een stukje huidkanker op mijn neus weggenomen. Van vaders kant moeten we goed op onze huid letten. Heel goed smeren en nooit lang in de zon. Als ik ook maar even in de zon lig, is dat standaard met een vinger op het puntje van mijn neus.”
Schut vertelt ook dat hij In 2015 werd getroffen door een burn-out: “De emmer liep niet over, maar ontplofte. Mijn vriendin en collega’s onderkenden het. Dat was al een deel van de oplossing. Een baby, twee kleine kinderen, de Winterspelen en het WK voetbal achter de rug en daarna meteen het WK schaatsen en Champions League.” Na een lastige periode wist hij zich te herpakken en sindsdien zet hij stappen om een herhaling te voorkomen: “Ik heb nu steeds twee opeenvolgende dagen in de week vrij. Dat helpt.”
Fanatiek sporten doet hij ook. Schut is niet alleen vijfmaal per week in de gym te vinden, hij let ook goed op wat hij eet. In het AD vertelt de sportjournalist over een ernstige allergische reactie die hij kreeg na het eten van vis- en schaaldieren: “Mijn lichaam werd een brandende kachel. In het ziekenhuis kreeg ik zonder aankondiging een injectie in mijn been. Ik dacht: dit was het, en ging out. Na vijf seconden kwam ik bij, die injectie trok door mijn lichaam en toen was het opgelost. Heel gek.”
Schut zegt in het vraaggesprek ook dat hij ondanks zijn gezonde levensstijl verslaafd is geraakt aan zijn telefoon: “Dat is erin geslopen, meer dan me lief is. Lastig om terug te draaien. De telefoon is zoveel meer dan dat: nieuwsbron, agenda met sportschema, voedingsapp en alles. Mijn vingers doen dingen die mijn hoofd niet weet. Dan heb ik op de socials gekeken en de mailbox gelezen, terwijl ik eigenlijk iets wilde noteren. Hinderlijk en best schokkend hoe verslavend dat is.”