3X GOUDEN IRENE SCHOUTEN: En nu trouwen met Dirkjan! (en dan zorgt ze naast het schaatsen al bijna 6 jaar voor hulpbehoevende moeder)

0

(Beeld: Instagram)

Na goud op de 3000, de 5000 meter en de massastart kan Irene Schouten zich eindelijk gaan focussen op haar huwelijk met grote liefde Dirkjan dat in juni zal worden voltrokken. Irene schouten had al eerder willen trouwen, maar corona gooide roet in het eten. 3 keer gouden Irene Schouten, die al bijna zes jaar naast het schaatsen ook mede zorgt voor hulpbehoevende moeder die in 2016 een zware hersenbloeding kreeg.


Irene wilde al vorig jaar trouwen met haar grote liefde Dirkjan. Corona gooide echter roet in het eten, maar de bruidsjurk heeft ze al. Gelukkig kon haar moeder er bij zijn toen ze haar trouwjurk uitzocht. Moeder Jolanda die zes jaar geleden een zware hersenbloeding kreeg en sindsdien hulpbehoevend is. “Ik ben blij dat ze erbij kon zijn toen ik mijn trouwjurk uitzocht. Natuurlijk kan ze niet meer zoals vroeger zeggen: ‘Dit en dat vind ik niet zo mooi,’ of: ‘Kan dit nog anders?’, maar het betekende toch wel veel voor me.”

In de EOdoc ‘Het leven gaat niet altijd over tulpen’, vorig jaar op tv, volgde regisseur Barbara Makkinga de familie Schouten twee jaar lang. Het eindresultaat werd een verhaal over onvoorwaardelijke liefde, trouw en veerkracht geeft een intiem inkijkje in het familieleven van de Schoutens. Toch was Irene bij het zien van de documentaire niet meteen onder de indruk. “Ik vind het mooie beelden hoor, maar het verhaal dat verteld wordt, vind ik niet bijzonder. ‘Waarom is zoiets tv-waardig?’ vroeg ik me af. Totdat mijn vriend en zwager zeiden: ‘Dit is niet normaal, jullie vinden het normaal, omdat jullie het elke dag doen, maar wat jullie doen voor je moeder is juist heel uniek.’”


Na de hersenbloeding die haar moeder in 2016 krijgt wordt ze nooit meer de oude, vertelt Irene in de EOdoc. “Totaal niet. Eén moment herinner ik me wel dat ik haar oude persoonlijkheid even terugzag. Ik stond een beetje raar op, omdat ik last van mijn rug had. Ze vroeg me wat er aan de hand was en toen ik antwoordde, zei ze meteen: ‘Dat moet je even naar tante Hélène, die kan daar goed naar kijken.’ Ze had het over haar zus die fysiotherapeute is. Zoiets zou ze vroeger ook gezegd kunnen hebben, want ze was altijd heel zorgzaam. Zulke momenten blijven je bij.”

Een moeder die Irene’s grootste fan was. “Ze ging altijd met mij mee naar wedstrijden. Het kwam best vaak voor dat mijn vader met mijn broer Simon naar Groningen reed en mijn moeder met mij naar Brabant. Het werd niet gepusht of zo, onze ouders zagen dat we plezier in het schaatsen hadden en stimuleerden ons om ermee door te gaan. Zo kwam eerst de basisselectie in beeld, toen Jong Oranje, daarna het betaalde schaatsen.” Lachend: “Ze wisten thuis van meet af aan hoe fanatiek ik was. Als ik niet luisterde, zeiden ze: ‘Dan mag je voor straf niet trainen.’ Nou, dat deed het wel, want mijn trainingsschema was heilig.”

Zorgen voor haar moeder deed Irene al die jaren met liefde. “Mantelzorgen doe je uit liefde, en ik bewonder mijn vader enorm om zijn geduld. Als mijn moeder gaat schelden of schreeuwen, hij blijft gewoon rustig en lief. Ikzelf vind dat moeilijker. Oké, je zorgt voor haar, omdat zij altijd voor jou heeft gezorgd, maar als ze schreeuwt, heb ik wel zoiets van: ‘Ik doe dit voor jou, en je doet nu niet leuk tegen mij…’ Dan zet ik haar bijvoorbeeld even in de keuken of voor de tv, zodat ze weer rustig kan worden. Vaak gebeurt het twee uur later dat ze erop terugkomt en sorry zegt. Ze heeft zulke uitbarstingen dus echt niet in de hand.”

“Tijdens het sporten denk ik er niet aan, dus dat is wel een soort uitlaatklep. Het verdriet kan komen als ik filmpjes of foto’s zie van vriendinnen die leuke dingen doen met hun moeder. Dit kan dus nooit meer, denk ik dan. Tegelijk besef ik dat ze er nog steeds ís en dat ik het daarmee moet doen. Als we samen ons best doen, kan het steeds nog beter gaan.