Oud-premier Dries van Agt heeft nog een grote angst. “Dat mijn vrouw, die al geruime tijd negentig jaar is, eerder zal overlijden dan ik en dat ik dan hulpeloos zal achterblijven.” Vrouw Eugenie waarover hij zegt dat hij zich schaamt over de manier waarop hij haar tekort gedaan heeft.
In de serie Zelfportret op de site van Hp/DeTijd komt Dries van Agt aan het woord. Als de de oud-premier, hij was van 1977 tot 1982 minister-president van Nederland in drie achtereenvolgende kabinetten en daarvoor was hij minister van Justitie, terugkijkt op zijn leven zegt dat hij zich schaamt voor het leven dat hij leidde als premier. “Dat ik om optimaal in Den Haag te kunnen functioneren de zorg en opvoeding van mijn kinderen bijna twaalf jaar lang heb overgelaten aan mijn vrouw.”
Dan: “Van juli 1971 tot in november 1982 ben ik op diverse posten minister geweest. Al die tijd heb ik gewoond in Den Haag, terwijl mijn gezin in Nijmegen bleef. Met mijn vrouw belde ik bijna elke avond. Alleen in het weekend stak ik mijn neus om de deur, tenzij internationale conferenties of gijzelingen me daarvan weerhielden. Toen ik vertrok zaten mijn kinderen in het basisonderwijs, later vond ik ze als adolescenten terug. Dus ik heb mijn vrouw en hen lelijk tekortgedaan.”
Op de vraag wat zijn huidige gemoedstoestand zegt Van Agt, al 62 jaar getrouwd Eugenie Krekelberg met wie hij drie kinderen kreeg: “Droefenis om de teloorgang van kwaliteiten die ik vóór mijn hersenbloeding anderhalf jaar geleden nog had.” De oud-premier zegt het meest gehecht te zijn aan zijn herinneringen. “Aan de herinneringen die zich steeds vaker bij mij aandienen komen mijn jaren op de lagere school in Geldrop en het gymnasium in Eindhoven steeds vaker op. Zo merk ik steeds duidelijker dat ik een heel gelukkige jeugd heb gehad. Maar het dierbaarst is mij mijn gezin.
Zijn grootste mislukking? “Mijn vruchteloos gebleven poging om een proces van wetgeving in gang te zetten dat zou uitlopen op algehele decriminalisering van cannabis.